Verslag van de uitgeoefende activiteiten 2011
Het kalenderjaar 2011 vertegenwoordigt het derde jaar van bestaan van de NRS. De activiteiten van de NRS betroffen een voorjaarsconferentie op 15 april 2011 in Amersfoort, een symposium ‘Animal models in pulmonary research’ op 13 oktober 2011 in Utrecht, en de ‘Young Investigators Meeting’ op 11 november 2011 in Amsterdam. Er liepen in 2011 in totaal 6 Task Forces, op het gebied van pulmonale hypertensie, interstitiële longziekten, slaapgebonden longziekten, respiratoire diermodellen, primaire ciliaire dyskinesie en bronchopulmonale dysplasie. In 2011 is de tweede Young Investigators Award uitgereikt. Er zijn in 2011 in totaal 3 fysieke bestuursvergaderingen geweest en 5 teleconferenties van het bestuur. Het secretariaat van de NRS is gevestigd bij het secretariaat van de huidige voorzitter in het UMC in Groningen.
De NRS heeft in 2011 de banden met vele organisaties in het veld verder versterkt. Het ledenaantal groeide van 120 naar 180 leden. De Task Forces hebben elk hun eindrapportage met het bestuur besproken. Daarnaast is de NRS Nieuws Commissie van start gegaan met maandelijkse teleconferenties gericht op informatie naar de algemene media over de laatste ontwikkelingen op het gebied van respiratoire research. Met alle sponsoren zijn gesprekken gevoerd over gezamenlijke activiteiten. Met het Astma Fonds/Longfonds is een project gestart op het gebied van een patiënt-onderzoeker communicatie. Ten slotte heeft de NRS het initiatief genomen voor de organisatie van het eerste Nederlandse congres op het gebied van respiratoir onderzoek: de landelijke Longdagen (12-14 April 2012). De kosten van dit congres zullen de NRS uitgaven in 2012 disproportioneel doen stijgen (met verdrievoudiging van de post beroepsontwikkeling), hetgeen mogelijk is gemaakt door terughoudende uitgaven gedurende 2011. In 2011 hebben opnieuw de jaarlijkse gesprekken plaatsgevonden tussen NRS bestuur en de hoofdsponsoren en sponsoren van de NRS. Dit heeft geresulteerd in continuering van de contracten voor sponsorgelden.