Persbericht: Goede resultaten door samenwerking huisartsen en longartsen
Persbericht: Goede resultaten door samenwerking huisartsen en longartsen
GRONINGEN, 12 JANUARI 2015 - De Astma/COPD-dienst, die sinds 2007 bestaat in de provincie Groningen, boekt goede resultaten. Dat schrijven epidemiologe Esther Metting en collega’s deze week in het wetenschappelijk tijdschrift Primary Care Respiratory Medicine. ‘Door de goede samenwerking tussen huisartsen en longartsen, gaan patiënten die voorheen meestal achteruit gingen, nu gemiddeld genomen vooruit in hun longfunctie, of blijven stabiel’, aldus Metting.
De Astma/COPD-dienst biedt huisartsen ondersteuning bij de diagnose van longproblemen. Patiënten worden dicht bij huis onderzocht door gespecialiseerde longfunctie laboranten. De resultaten van dat onderzoek worden digitaal beoordeeld door een longarts in een ziekenhuis in de regio. Die stuurt op zijn beurt de bevindingen door aan de huisarts die het behandelplan met de patiënt bespreekt. In dit hele proces houdt de huisarts de leiding.
‘Het grote voordeel van deze dienst is dat patiënten niet naar het ziekenhuis hoeven, maar wél worden beoordeeld door een longarts’, zo licht Metting toe. Zij onderzocht de gegevens van ruim 11 duizend patiënten uit 360 huisartsenpraktijken die tussen 2007 en 2012 werden beoordeeld door de dienst. ‘Van een belangrijk deel van de patiënten waren gegevens over een langere periode beschikbaar. Die laten zien dat de patiënten met een slechte gezondheidsstatus bij het eerste onderzoek door de dienst, in de loop van de tijd verbeteren in gezondheidsstatus, controle over de astma en exacerbaties. Voorheen gingen zeker COPD-patiënten bijna alleen maar achteruit in functies’, aldus Metting. Bijna 60% van alle volwassen astma- en COPD-patiënten in de provincie Groningen is inmiddels al eens door de dienst beoordeeld.
Gezamenlijk doordachte opzet
Het geheim van dit succes schuilt volgens Metting in de goed doordachte opzet van de dienst. ‘Op congressen waar ik deze resultaten presenteer zijn huisartsen en specialisten nog vaak sceptisch over een mogelijke samenwerking. Maar omdat alle partijen van het begin af aan bij de opzet van deze dienst zijn betrokken werkt het hier wel en is de dienst inmiddels ook uitgebreid naar delen van Friesland en Drenthe.’
Andere specialismen
Metting benadrukt dat deze opzet van ‘anderhalvelijnszorg’ breder toepasbaar lijkt. ‘Doordat de uitkomsten van dit onderzoek zijn gebaseerd op gegevens uit de dagelijkse praktijk, en dus niet uit een strikt gecontroleerde onderzoekssetting, zijn ze ook relevant voor initiatieven in andere regio’s en ook rond andere aandoeningen en specialismen.’
Click here for the article