Persbericht: Medicijn met ingebouwd controlelampje
Medicijn met ingebouwd controlelampje
NIEUWEGEIN, 19 APRIL 2016 – Een medicijn met een ingebouwd ‘controlelampje’, kan een arts in de toekomst vertellen of het wel of niet zinvol is een duur of riskant medicijn te verstrekken aan patiënten met sarcoïdose. Dat suggereren ziekenhuisapotheker drs. Roeland Vis van het St. Antoniusziekenhuis in Nieuwegein en collega’s in een recent nummer van het tijdschrift European Respiratory Journal. De onderzoekers gaven een groep patiënten met de ernstige longziekte sarcoïdose een medicijn met daaraan gekoppeld een onschuldige radioactieve stof. Door vervolgens te kijken bij welke patiënten de radioactiviteit zich ophoopte rond het aangedane longweefsel, kregen zij een indruk van de aan- of afwezigheid van het biologische aangrijpingspunt voor het medicijn.
Symptoombestrijding
Sarcoïdose is een auto-immuunziekte waarbij door onbekende oorzaak ontstekingen ontstaan, onder andere in de longen. De behandeling bestaat tot nu toe uit het geven van breedwerkende ontstekingsremmers. De oorzaak van de ziekte is tot op heden nog niet gevonden en kan dus ook niet worden aangepakt.
Duur en riskant alternatief
Bij patiënten die niet voldoende reageren op gewone ontstekingsremmers kan ook het middel infliximab (Remicade) worden gegeven. Dat is een zogeheten monoklonaal antilichaam dat heel gericht de ontstekingsfactor TNF-alpha blokkeert. Vis: ‘Behalve dat het een erg duur medicijn is – een jaardosis kost al gauw tienduizenden euro’s – is het ook niet zonder risico’s. Door het immuunsysteem te dempen, loop je ook risico’s op het ontstaan van opportunistische infecties. Zo moeten patiënten die dit middel krijgen altijd worden gescreend op eventuele aanwezigheid van tuberculose. TBC zou de kop op kunnen steken dankzij de uitgeschakelde immuunreactie van het lichaam.’
Radioactieve check
Daarnaast blijkt het monoklonale antilichaam niet bij alle patiënten werkzaam. In het onderzoek van Vis en collega’s kreeg een groep sarcoïdosepatiënten een heel kleine dosis van het medicijn, met daaraan gekoppeld de stof technetium 99. Dat is een onschuldige, laagradioactieve stof die vaker in medisch onderzoek wordt gebruikt. Bij een deel van de patiënten bleek de radioactiviteit ook daadwerkelijk in de lymfeklieren bij de longen op te hopen. Dat waren de patiënten die ook de slechtste longfunctie hadden en die verhoogde ontstekingsparameters in het bloed hadden. Waarschijnlijk laat ophoping van radioactiviteit zien dat er inderdaad TNF-alpha actief is, waarop het medicijn zou kunnen aangrijpen.
Vervolgonderzoek
‘Deze test is uitgevoerd bij een relatief kleine groep patiënten die bovendien nog vroeg in het behandeltraject zat’, zo licht Vis de resultaten toe. ‘De eerste suggestie is dat we met een beetje radioactief medicijn, en vervolgens een longfoto, kunnen zien of er aangrijpingspunten zijn voor dit monoklonale antilichaam. We zullen de studie nu moeten herhalen in patiënten met een moeilijk behandelbare sarcoïdose die daadwerkelijk met infliximab behandeld worden, om te zien of het gelabelde medicijn de effectiviteit van de therapie kan voorspellen. Als we ook dan een verschil kunnen meten tussen patiënten met en patiënten zonder actieve TNF-alpha, dan zou het dure geneesmiddel veel gerichter en efficiënter kunnen worden ingezet.
Nadere informatie: r.vis@antoniusziekenhuis.nl
Link to article
Dit persbericht is uitgegeven door het Nederlands Respiratoir Samenwerkingsverband. Nadere informatie via https://www.nrs-science.nl